Recensie VIN – De Standaard

Schoolblues

Een jonge leerkracht, een conciërge en een poetshulp: hun paden kruisen elkaar op een nijverheidsschool voor kansarme jongeren.
MARIA VLAAR

Een nijverheidsschool met een grote populatie Belgisch-Marokkaanse leerlingen en jonge asielzoekers is de locatie voor VIN, de vierde roman van dichter en schrijver Ruth Lasters (40). Lasters laat drie mensen aan het woord met weinig aantrekkelijke kantjes, losers zou je ze kunnen noemen, net als de meeste jongens (en paar meisjes) die op het Vrij Instituut voor Nijverheid les krijgen in metaalbewerking en elektrotechniek. En toch ga je veel van deze drie mensen houden, door Lasters’ fijnzinnige portrettering en geestige, mooie pen.

Om en om zijn docent Lore en conciërge Sergei aan het woord; de hoofdstukjes over de Armeense schoonmaker Anna zijn in de derde persoon geschreven. Dat past goed, want Anna ligt hulpeloos in het ziekenhuis met een ernstig oogletsel en kan niet praten. Wat is er gebeurd? Lasters bouwt de spanning voorbeeldig op; pas aan het einde valt de puzzel op onverwachte wijze in elkaar, terwijl goedgeplaatste cliffhangers en misleidende zijpaadjes de lezer bij de les houden. Lore heeft ‘een rattenstreek’ uitgehaald, vindt ze zelf, en komt daardoor in conflict met Sergei. Wat heeft Lore misdaan? Is zij verantwoordelijk voor Anna’s ziekenhuisopname, of is het de nieuwe vrouw van Anna’s ex? Wat zoekt Lore voor belangrijks in het schoolarchief?

Acetonpauze

Onder de sterke opbouw van de roman zit een maatschappelijke drijfveer, die de roman een urgente en gedurfde lading geeft. Lore is deels naar Lasters zelf gemodelleerd: ‘Deze roman is fictief. Toch berusten alle klassituaties die Lore Wuytinck op het VIN meemaakt op echte ervaringen’, staat op pagina 285 te lezen. De hond Ash is de enige figuur in VIN met ‘chance’, doordat Sergei hem van de ‘hondenschool’ haalde en hem zo het ‘laten inslapen’ bespaarde.

De jongens op het VIN zijn de frêle beginnende leraar Lore de baas. De vakken die Lore geeft, biologie en Engels, raken hun koude kleren niet. Ze zijn meer bezig met voetbal en vrouwen, en brengen geregeld de les slapend door met hun hoofd op tafel. Lores ‘spreidstand tussen twee vakken’ maakt haar nóg onzekerder en banger dan ze van nature al is. Ze vergeet geregeld het Engelse woord voor ‘schroefsleutel’ en orde houden kan ze niet. Lore kampt met een permanent schaamtegevoel, ook tegenover haar mededocenten, van wie sommigen toch net als zij ‘acetonpauzes’ hebben (het in de pauze met een in aceton gedrenkt schuursponsje verwijderen van schunnigheden als de boodschap ‘Lore likt’, boven een met zwarte viltstift getekende balzak). Ze bedenkt strategieën om overeind te blijven zoals ‘de businessman Yakumo’, een verzonnen Japanner voor wie de jongens in de Engelse les vliegtuigtickets en hotels moeten boeken. ‘Miss Wuytinck,’ zegt een van haar leerlingen, ‘als hij overschot heeft, Mister Yakumo, mag hij er dan wat callgirls mee fiksen? Lebanese sluts, oh yeah.’

Diabeteshielen

Lore heeft een zwak voor haar leerlingen met hun minimale ‘maatschappelijke slaagkansen’ en ziet de ‘aanstekelijke hartelijkheid die VIN-jeugd eigenlijk zo typeert’. Vooral probleemleerling Alex, afkomstig van Molenbeek en een personage in een reality-tv-programma over jonge topsporters uit arme gezinnen, heeft haar hart. Zijn grote zwemtalent kan zijn familie een uitweg naar rijkdom bieden, een verwachting die hij niet dragen kan. Geen roze bril hier: de jongen weet zijn lerares maximaal te manipuleren. Lore heeft momenten waarop ze alle geloof in haar leerlingen en zichzelf verliest, en Lasters weet die onderhuidse dubbelheid goed in woorden te vangen, zoals in Lores klacht over suikerziekte: ‘Is het normaal dat onze sociale zekerheid de gevolgen van hun moeders theeritueel blijft betalen, de verzorging van hun diabeteshielen’? Lasters laat Lore switchen ‘van overdreven empathie naar kilheid en terug’.

Sergei is ook al zo’n onfortuinlijk mens en daardoor een fijn romanpersonage. Als hij probeert te lezen veranderen de letters ‘in streepjes die niks betekenen’, waardoor hij als scholier in het speciale klasje zat voor de ‘draaiers en zwevers’. Voor zijn kinderen, die opgroeien in de conciërgewoning op het schoolterrein tot Sergei’s vrouw hem verlaat, gaat hij zonder nadenken door het vuur. Hij is eenzaam en tegelijk een vervelende mopperaar. Zijn naar Ashton Kutcher vernoemde hond Ash sjokt achter hem aan en is metaforisch gezien de enige figuur in VIN met ‘chance’, doordat Sergei hem van de ‘hondenschool’ haalde en hem zo het ‘laten inslapen’ bespaarde.

Krijtkoppen

De klassen- en kansenkloof loopt tussen de leraren en directie aan de ene en de leerlingen en het overige personeel aan de andere kant. Sergei’s baan staat op het spel; niet verwonderlijk dat hij de ‘krijtkoppen’ niet hoog heeft zitten. Lores leven is niet minder eenzaam; ook haar man, een mislukte kunstenaar, verlaat haar. Anna bungelt als landverhuizer helemaal onderaan de piramide. Zij komt iedere dag andermans rotzooi opruimen, behalve als ze een astma-aanval heeft. Haar levensloop bracht haar van Armenië naar Spanje naar Duitsland naar België, en keer op keer raakte ze haar geliefde spulletjes en mannen kwijt. Sergei noodt haar in zijn bad, waar ze elkaar vertellen over hun leven. Je gunt hen van harte liefde, maar Lasters gooit natuurlijk roet in het eten, zoals het echte leven betaamt.

De schaamtevolle Lore, de eenzame Sergei, de gekwetste Anna naderen elkaar in VIN langzaam. Lasters beschrijft met humor en ironie een hedendaags schoolmilieu en schildert een mooi portret van drie onfortuinlijke, maar ontroerende en o zo menselijke personages.