Lepel
november 12, 2022Berries
november 12, 2022Naar Voyelles, Rimbaud
‘A noir, E blanc, I rouge, U vert, O bleu: voyelles,
Je dirai quelque jour vos naissances latentes’
Wanneer onze klinkers kleine donorvogels worden
vliegend naar al die kelen door een schrikbewind gesnoerd.
Donorklinkers, die zich tijdens lange vluchten
naar monddood gemaakten zoals Liu Xia en Raif Bawadi,
voeden eigenwijs met allerlei:
A’s met stadsadem van avondpleinen en met bedwarmte
van vlak na vrijen alsof nieuwe hoofden in de kussenslopen rijzen,
eindelijk zorgeloos elementair.
O’s met in hun buiken zuiveringsstations die oorlog schoonspoelen
tot rode-wijn-proeverijtjes, waar nog slechts wordt geblinddoekt
voor de objectiviteit.
E’s zich flets en frêle of juist snavelscherp
lavend aan het zeegedruis, in hun echo nog geritsel van wat egels,
één voor één een weg overgezet: gered met één enkele geste,
stel je voor.
U’s die eigenlijk ij’s op waterijstemperatuur zijn
die voor luchtig, voor ultiem gezomer een volledig zwijgseizoen eisen
betreffende de man met de zeis.
I’s zich volzuigend met tramgerinkel aller steden, aller lijnen.
Luister naar hoe ritgeluiden uit Belgrado, Shanghai, Lipetsk zich
met Brussels en Parijs’ getinkel in hen mixen.
Hoor het, Liu’s, Raifs, hoor hoe onze klinkers komen,
dwars door nachtkou, ochtendrood, geruis van duizenden
sequoia’s, Nasdaqheisa. Hoor ze cirkelen, stijgen, donorvogelvrij.
Uit Tijgerbrood, Uitgeverij Van Oorschot