Lichtritmes van vuurtorens,
nu op je oude huid.
Het schitteringspatroon van de vuurtoren van Noordwijk
tik ik op je vlekkerige rug, tussen je schouderbladen in.
De drievoudige flits
elke twintig seconden van de Phare d’Ailly
sein ik in de slappe holte van je knie, tot waar je kuit
begint. En dit signaal: flash! flash! en dan een hele adempauze niets
(concentreer je, voel mijn vingertoppen in je lies)
moet je herkennen toch
als dat van Bishop Rock. En nee, ik ontken het niet,
een huid vol lichtkarakters, plaatsbepalingstekens elk uniek
raakt evengoed straks zoek
in eeuwig duister als in dichte mist.
Maar wat heeft – als elk vuurtorensignaal
een back-up heeft van vaste misthoorntonen
voor bij ontbrekend zicht –
efficiëntere oriëntatieoplossingen dan
het gemis?
Ruth Lasters