De rotor: over kindervrijheid
november 13, 2022Opiniestuk bij het gedicht Losgeld
november 13, 2022Ruth Lasters had weer eens last van een opinie 😉
De rotor: over kindervrijheid
Ventilator (De Standaard, juni 2019)
Vandaag doe ik als kleine zelfstandige in bijberoep het voorbereidend werk voor mijn belastingaangifte. Ik verdeel mijn paperassen van 2018 in inkomsten en uitgaven. Ondertussen draait de ventilator op volle toeren. Die zwenkende kop op dat statief heeft iets van een gedaante na een tijd. Het lijkt wel of het vadertje staat is dat mij hoofdschuddend surveilleert tijdens het financiële sorteerwerk. Dat is voorts volstrekt onnodig. Ik ben braaf – als het belastingaangiftes betreft toch. Ik draag in principe graag bij aan onze welvaartsmaatschappij.
Zo nu en dan werp ik een half oog op de televisie. Als ik een flits heb gezien van informateur Didier Reynders sorteer ik mijn bonnetjes en facturen plots een stuk driftiger.
Een werkelijke kaakslag voor elke ‘normale’ belastingbetaler vind ik het, dat uitgerekend Reynders werd aangesteld als een van de twee informateurs na de verkiezingen. Woorden als ‘afkoopwet’ en ‘belastingparadijzen’ schieten door mijn hoofd terwijl ik plichtsbewust de fiches van mijn arbeidsprestaties in mapjes prop. Mijn bewegingen worden nog geagiteerder als ik me uitspraken van Gwendolyn Rutten, Meyrem Almaci en Hans Bonte in duidingsprogramma’s herinner. Allen hadden ze het over de ‘nood aan grondige introspectie ter verklaring van de overwinning van extreme partijen.’
Partijen die oeverloos naar interne verklaringen zoeken voor hun verkiezingsnederlaag maken zichzelf wijs dat ze naar een gevaarlijk wit konijn speuren in een sneeuwlandschap, terwijl het echte probleem zilvergrijs en met hagelwitte tanden naast hen springt: Reynderisme. Ik bedoel daarmee het groeiende oneerlijkheidsbesef van de burger, die zich ronduit genaaid voelt door de staat. Arbeid wordt tot in het absurde belast terwijl de grootste bedrijven van ons land slechts eens fractie bijdragen aan de schatkist. Dáardoor verlaten zoveel mensen het politieke centrum, wat ik betreur.
Natuurlijk is de verklaring van zoveel electorale winst voor extreme partijen complexer dan dat. Het zou naïef zijn niet te durven onderkennen dat ons land wel degelijk een laag van walgelijke racisten kent, die elkaar voeden met allerlei frustratietjes als wormen die ze elkaar met zielig opengesperde bekjes toestoppen. Maar hoe verhoudt het aantal werkelijke racisten zich tot het aantal verdraagzame, vredelievende burgers die zich alleen met recht en reden financieel bedrogen voelen door de overheid en die daardoor jammer genoeg politiek ontsporen? Die twee veelzeggende cijfers zou ik graag eens naast elkaar in de krant zien staan.
Mijn ventilator dreigt het stapeltje weg te gooien bonnetjes en in te voeren kosten door elkaar te blazen. Ik sta op om het toestel zachter te zetten en de draaimodus uit te schakelen. Kon men politici maar even eenvoudig uit draai-rond-de-pot-modus halen. Dan kreeg ik misschien niet de neiging om, als Reynders verschijnt tijdens mijn boekhoudwerk, met een variatie op Clintons uitroep te schreeuwen tegen mijn ventilator: ‘It’s all about a fair economy, stupid!’